Een verhaal uit de praktijk. Waarom?
Omdat mijn veulen een bokhoef ontwikkelde, een operatie de enige optie bleek en ik toen nergens (online) een eerlijk verhaal uit de praktijk kon vinden over wat ik kon verwachten en wat dit zou betekenen voor de toekomst van het veulen als sportpaard.
Na 11 maanden dracht was ik helemaal gelukkig, een gezond hengstveulen en de merrie deed het super.
Echter, na een maand of 2 werd één van de voorvoetjes wel heel erg stijl: het veulen ontwikkelde een bokhoef.
Uiteraard was dit het voetje wat tijdens het eten altijd naar achteren werd geplaatst. Dit, samen met de groei – en waarschijnlijk ook een erfelijke aanleg – veroorzaakte dat de diepe buigpees te kort werd, de achterkant van het been als het ware omhoog trok, waardoor het voetje aan de voorkant te stijl werd.
De hoefsmid was het eerste contact.
Na overleg viel de keuze op een kunststof schoentje, met een teenverlenging. Het betreffende hoefje werd bekapt en in het schoentje geplaatst en met een soort kit goed vastgeplakt.
Door de teenverlenging aan het schoentje ontstaat er meer rek op de diepe buigpees in de hoop dat deze zodoende meer op lengte komt en het hoefje minder stijl wordt.
Na een week of vijf liet het schoentje los en jammer, maar er was nauwelijks verbetering te zien in de stand van de hoef.
Toen was de enige resterende oplossing een operatie, waarbij het checkligament van de diepe buigpees wordt doorgesneden. Het checkligament is een steunbandje van de diepe buiger en bevindt zich net onder de voorknie aan de achterzijde van het voorbeen. Door dit bandje door te snijden verdwijnt direct de trekkende kracht en zakt het beentje in 1x naar de goede stand.
Om er zeker van te zijn dat het hoefbeen goed van stand en vorm was, werd er een foto van het voetje gemaakt. Dat zag er gelukkig goed uit. En vervolgens de vraag: wat zijn de kosten? Dit verschilt duidelijk per dierenarts – inclusief btw – lagen de genoemde prijzen tussen de 500 en 1.000 euro.
Voor mij was het belangrijk dat een dierenarts met ervaring de operatie zou uitvoeren.
Nog een interessant gegeven. Hoewel je niet vaak iets hoort over een veulen met een bokhoef, deden de dierenartsenpraktijken, die ik sprak, toch zo’n 5 tot 10 operaties per jaar.
En, met slagingspercentages van de operatie van rond de 100%!
Dus, moeder en veulen naar de kliniek, veulen geopereerd en bekapt en na 3 dagen ze weer opgehaald.
Operatie geslaagd, veulen met het been goed ingepakt in het verband om het beentje te ondersteunen en vervolgens boxrust, met een stevige bodem, zodat er voldoende en goede druk op de pezen blijft staan.
Na ca. 4 weken mocht het veulen wat stappen en na een week of 6 de wei weer in.
Apart om te zien is dat het geopereerde beentje het been is geworden dat het paard nu bij voorkeur naar voren plaatst tijdens het grazen. Mede hierdoor is dit nu het wat plattere voetje en is het andere voetje het wat stijlere voetje geworden.
Als volwassen paard
Nu, nu het paard een aantal jaren onder het zadel is en zijn eerste dressuurproefjes gelopen heeft, kan ik zeggen dat de keuze voor de operatie de juiste was. Het paard beweegt en belast alle benen gelijk, je ziet of voelt niets meer van de plek van de operatie. Zijn voeten zijn wel wat ongelijk van vorm en stand, waarbij het bokhoefje nu het platte voetje is, dus goede begeleiding van een hoefsmid is en blijft dus wel een punt van aandacht. Maar verder…gewoon lekker trainen!
Overigens, nog één opmerking. Wat ik wel interessant vond, was dat mij op een gegeven moment door de dierenarts gevraagd werd of dit een aangeboren bokvoetje was of dat het veulen het bokvoetje had ontwikkeld.
Reden van de vraag weet ik niet, maar ik begreep dat in het geval het veulen een bokvoetje bij de geboorte heeft, men via een infuus iets kan toedienen waardoor de afwijking kan herstellen zonder operatie. Het is maar dat u het weet!