Het paard uit balans

Van nature is ieder paard scheef, dat werd duidelijk in het vorige artikel. Als we die natuurlijke scheefheid niet aanpakken, dan zitten we dus op een scheef paard. En een scheef paard is een paard uit balans, niet alleen fysiek, maar vaak ook mentaal. Want, naast dat een scheef lichaam niet comfortabel is, voelt uit balans zijn ook niet veilig. Zeker voor een vluchtdier als het paard is dat niet fijn.

Hieronder gaan we kijken hoe een paard, dat uit balans loopt, eruit ziet. Niet alleen vanaf de buitenkant, maar ook naar de gevolgen voor de weefsels aan de binnenkant. Alles met het doel dat je sneller kunt herkennen wanneer een paard uit balans loopt en je begrijpt waarom het zó belangrijk is om aandacht te besteden aan het corrigeren van de natuurlijke scheefheid van het paard.

Note: Opgemerkt dient te worden dat een paard ook “uit balans” kan lopen als gevolg van een blessure. Heeft het paard ergens pijn, dan is het een natuurlijke reactie om daar “omheen” te lopen. En in dat geval heb je ook een scheef paard. Blijf dus wel kritisch kijken en voelen. Ontwikkelt het paard zich niet zoals verwacht, reageert hij boos of geeft hij het gevoel dat hij het gewoon niet (anders) kan, neem dan contact op met je dierenarts.

Paard uit balans. Zo ziet het eruit!

Indien de natuurlijke scheefheid niet gecorrigeerd wordt, dan is de kans zeer groot dat het paard scheef gaat. Dit kun je zien, als je weet waarop je moet letten.

Natuurlijke scheefheid paard_paard uit balans in stapEen paard dat uit balans loopt, draagt zijn hoofd relatief hoog en loopt met een holle, weggedrukte en stille rug. Als je naar zo’n paard kijkt, krijg je het gevoel alsof alle krachten richting zijn borstgebied wijzen. Op de voorbenen draagt het paard het meeste van zijn eigen gewicht, daar komt nu het gewicht van zadel en ruiter bij.
De ongelijke gewichtsverdeling over beide voorbenen, die gepaard gaat met de natuurlijke scheefheid, veroorzaakt dat één voorbeen excessief veel gewicht draagt. Het behoeft weinig toelichting dat dit dan ook het been is dat extra gevoelig is voor blessures.

Het paard spant zijn rugspieren aan om in balans te blijven. Hier komt ook de relatief hoge hoofd-hals houding door. De rugspieren eindigen op de laatste halswervels. Spannen zij aan, dan trekken zij de hals omhoog. De aangespannen rugspieren maken de rug hol en de buik bol.
De rugspieren beginnen op het bekken. Spannen zij aan, dan kiept het bekken voorover waardoor het paard zijn achterbenen niet goed onder zijn lichaam kan plaatsten. Ze blijven een beetje te ver achter het paard.

Biomechanisch niet correct gaand paard

Even voor de beeldvorming, in een biomechanisch correct gaand paard zet het paard zijn voorbenen neer daar waar zijn neus is. Zoals we hierboven al zagen, draagt het paard dat uit balans is zijn hoofd relatief hoog. Dan is zijn neus relatief dicht bij zijn lichaam. Het paard zal daardoor zijn voorbenen niet zover naar voren plaatsen als fysiek mogelijk is, waardoor hij ook zijn achterbenen minder ver naar voren (onder het lichaam) zal plaatsen. De paslengte wordt dus korter, waardoor de beweging instabieler en stijver wordt. Met name in de stap is goed zichtbaar dat dit een negatieve invloed heeft op de bewegingsafloop. De pendelbeweging, die het paard gewoonlijk met zijn hoofd en hals maakt, vermindert aanzienlijk, waardoor de beweging niet mooi van achteren, over de rug, naar voren doorvloeit.

Paard uit balans. Gevolgen voor de binnenkant.

Kijken we in het paard, dan zien we veel verschillende weefsels, die ieder zo op hun eigen manier beïnvloed worden door een asymmetrische houding van het paard.

Wervelkolom
Natuurlijke scheefheid paard_curves wervelkolom

Bij het bovenste plaatje draagt het paard zijn hoofd hoog, daaronder in de voorwaarts neerwaartse positie. Hierbij komt ook het ligamentum nuchae op rek, worden de schoft en rug gelift en ontstaat er meer ruimte voor het bekkengebied om vrij te bewegen.

De krommingen in de wervelkolom worden duidelijker wanneer een paard met zijn hoofd omhoog loopt in vergelijking met een voorwaarts neerwaartse positie. Een toename van de krommingen (m.n. in nek en borst gebied) leidt tot vermindering van de ruimte en bewegingsruimte van de wervels in die kromming. En, door de ligging van de wervels ten opzichte van elkaar in zo’n kromming, worden de ruimtes tussen de wervels kleiner. Het zijn deze ruimtes waardoor de ruggenmergzenuwen naar buiten treden richting de rest van het lichaam. Naast dat het kleiner worden van deze ruimtes zenuwpijn kan veroorzaken, heeft een bewegingsbeperking ook een negatief effect op de doorbloeding van het gebied. Dit vergroot het risico op artritis en artrose met name van de onderste halswervels.

Ligamentum nuchae

Wanneer het hoofd hoog gedragen wordt, wordt het potentieel van het ligamentum nuchae niet optimaal benut. Dit komt doordat het ligament in deze houding niet op spanning komt en daardoor geen rek kan zetten op de doornuitsteeksels van de wervels die de schoft vormen. Hierdoor wordt ook de rug niet gelift. Dit heeft mede tot gevolg dat de rugspieren de draagfunctie gaan overnemen. En om te kunnen dragen, en het geheel in balans te houden, moeten de rugspieren zich aanspannen.
Voor de wervels van de rug heeft dit de consequentie dat de doornuitsteeksels dichter bij elkaar komen te liggen wat de kans op kissing spines vergroot.

Spieren

Natuurlijke scheefheid_stilstaand paard

Wanneer de buikspieren wel actief zijn, dan kantelen ze het bekken iets achterover. Hierdoor kan het paard veel makkelijker zijn achterbenen goed onder zijn lichaam plaatsen. Dan kunnen de achterbenen langer het gewicht dragen, kan het paard zijn schoft liften en worden de voorbenen ontlast. Nu echter, blijven de achterbenen relatief ver achter het lichaam en stuwt het ene achterbeen en draagt het andere. Dit geeft een verschil in belasting, wat de kans op (verschillende) blessures vergroot. Niet alleen in de achterbenen, maar ook in het bekken en de SI-gewrichten.

Met een holle en strakke rug kan het paard met geen mogelijkheid zijn schoft liften. In plaats daarvan zakt de romp als het ware in een neerwaartse positie. De schoudergordelspieren (m. serratus ventralis en de m. pectoralis) kunnen het geheel nooit alleen liften. Aan de bovenkant – in de bovenlijn – is dit zichtbaar door een dip voor de schoft en een dip achter en naast de schoft. De voorbenen dragen zo teveel gewicht en maken een te harde landing op de bodem.

Het hoofd van een paard is zwaar. Het ligamentum nuchae en de halsspieren zijn belangrijk om dit gewicht te ‘dragen’. We zagen hierboven al dat als het hoofd hoog gedragen wordt, het ligamentum nuchae zijn werk niet kan doen. En dus moeten de halsspieren extra hun best doen. Dit levert – ik zou bijna willen zeggen “natuurlijk” – overbelaste en gespannen, zere spieren op.
De halsspieren eindigen bovenin de nek en achter op het hoofd en dat is nou juist de plek waar je geen extra spierspanning kunt gebruiken. Want spanning geeft pijn en dus een zere nek en hoofdpijn. Dan beweeg je niet vrij, kun je niet goed nadenken, niet goed uitrusten en is bijvoorbeeld kauwen ook niet prettig.

Concluderend

Bovenstaande is maar een beperkte opsomming. Maar het is voldoende om te begrijpen dat de gevolgen van natuurlijke scheefheid zich niet beperken tot één specifiek deel of onderdeel van het lichaam van het paard. Wil je je paard correct trainen, dan kun je niet om zijn natuurlijke scheefheid heen. Dat is belangrijk voor zowel zijn lichaam als voor zijn mentale en emotionele welbevinden!

Huidige fokkerij maakt inzicht in natuurlijke scheefheid nog belangrijker

Inzicht in de natuurlijke scheefheid van het paard wordt een steeds belangrijker onderwerp, mede als gevolg van de huidige fokkerij. Het huidig ideale sportpaard is hoogbenig, vrij smal gebouwd, heeft een klein hoofd en kan machtig bewegen. Om zo te kunnen bewegen moet hij wel (hyper)mobiel zijn. Maar, met die smalle bouw en op die lange benen geeft dat nou niet per definitie zeer veel balans. Plus, wil hij met zijn kleine hoofd aan de grond komen, dan moeten die lange benen wel iets verder uit elkaar dan van het paard van, laten we zeggen, zo’n 25 jaar geleden. Die was minder spectaculair in zijn beweging, had een wat langer hoofd, was iets breder gebouwd en had doorgaans niet zulk lange benen. Deze bouw gaf meer stabiliteit en balans.
Het wordt allemaal extremer tegenwoordig. Mooi om te zien, maar niet persé makkelijker om te rijden voor de amateur en ook niet persé makkelijker om gezond te houden.

Dit blijkt ook uit het feit dat de gemiddelde leeftijd van een sportpaard rond de 8 jaar ligt. Best verdrietig, want dat is de leeftijd waarop een paard pas is uitgegroeid! Er is dus nog wel wat ruimte voor verbetering in onze kennis en kunde en daarmee omgang met het paard!

Het wordt steeds duidelijker hoe belangrijk het is om het paard IN balans te laten lopen. Dit draagt niet alleen bij aan goede prestaties en mentale rust bij het paard, maar ook aan een gezond en gelukkig leven. Nu is het tijd om de natuurlijke scheefheid zelf bij de horens te vatten, uiteen te rafelen en een aanzet te geven tot het aanpakken ervan. Dat doen we in het volgende artikel!

Is je interesse gewekt? Wil je meer lezen over natuurlijke scheefheid en hoe dat nou precies zijn effect heeft op het lichaam van het paard? Lees dan eens de thesis “Het manegepaard, zijn lichaam, de beginnende ruiter & osteopathie“. Hoewel dit over het manegepaard gaat, geldt hetzelfde voor een paard dat niet gecorrigeerd wordt in zijn natuurlijke scheefheid.