De cervicale wervelkolom

Oftewel; de halswervels en hoe ze bewegen

Cervicale wervelkolom paard_schedel met 7 wervels

De cervicale wervelkolom vormt het eerste gedeelte van de wervelkolom. De wervels van dit gedeelte van de wervelkolom kennen een grote variatie in vorm.
De hoeveelheid beweging tussen de wervels in de hals is groter dan op enig andere plek in de wervelkolom. En er zijn twee unieke wervels die het hoofd zijn bewegingsvrijheid geven; de Atlas en de Axis.
We rijden natuurlijk niet op de hals, maar omdat de wervelkolom een geheel is – door de verbindingen via botten, spieren en ligamenten die van het hoofd naar de staart lopen – heeft de werking van de hals wel degelijk grote invloed op de rest van de rug. Het begint allemaal bij het hoofd…

Cervicale wervelkolom paard_achterkant schedel

Wist je dat ook jij een groot gat in je hoofd hebt? Dit gat wordt het “foramen magnum” genoemd en is de plaats waar je ruggenmerg je schedel verlaat naar je nek. In het latijns betekent “foramen” gat en “magnum” groot.
Het gat is groot omdat er ruimte genoeg moet zijn voor het ruggenmerg om vrij te bewegen, zonder dat het beschadigd, wanneer het hoofd beweegt ten opzichte van de eerste halswervel C1. Het gewricht tussen de schedel en C1 is het meest mobile gewricht in de gehele wervelkolom.

C1: Atlas

Cervicale wervelkolom paard_atlas_C1

C1 is zo speciaal dat het een eigen naam heeft gekregen; atlas. Deze naam komt uit de Griekse mythologie, waar Atlas degene was die de wereld op zijn schouders droeg. Dus, de atlas “draagt” het hoofd. Deze wervel is echt uniek. Het heeft aan beide zijden een erg lange processus transversus, die officieel de ala’s of wings (“vleugels” dus) van de atlas genoemd worden. De randen kun je heel goed voelen direct achter het hoofd van je paard.

Cervicale wervelkolom paard_schedel_atlas

De ronde voorkant is echt diep omdat het past om de uitstulpingen van de schedel (de condylen van het os occipitale).

Cervicale wervelkolom paard_atlas flexie   Cervicale wervelkolom paard_atlas extensie

Dit is het “ja” gewricht. Het maakt het mogelijk dat wij en onze paarden ons hoofd op een neer kunnen bewegen. In de foto’s hierboven is zichtbaar hoe ruim de beweging in dit gewricht is, al is niet gezegd dat dit de daadwerkelijke bewegingsruimte is in een levend paard.
Dr. Hilary Clayton en collega’s, van het Mary Anne McPhail Equine Performance Center, hebben een interessante studie gedaan op paardencadavers naar de hoeveelheid beweging, die mogelijk is in ieder gewricht van de wervelkolom. De resultaten zijn o.a. gepubliceerd in haar boek Conditioning Sport Horses. Hoewel de uitkomsten ietwat zouden kunnen verschillen met de beweging in levende paarden, wordt hier wel een goed beeld gegeven van wat de maximale bewegingsvrijheid kan zijn. De studie laat zien dat een paard zijn hoofd een volle 90° op en neer kan bewegen, alleen al in dit gewricht. Wat verbazend is, is dat er tevens in dit gewricht een beweging van ca. 45° zijwaarts is. Daarnaast kan een paard zijn schedel ten opzichte van de atlas over 35° roteren, wat de op één na grootste beweging is van alle gewrichten in de wervelkolom.

Cervicale wervelkolom paard_atlas wervelkanaal_foramen vertebrale

Deze grote range van beweging maakt duidelijk waarom er zo’n “groot gat” nodig is om ervoor te zorgen dat het ruggenmerg niet beschadigd tijdens al die bewegingen. Ook het wervelkanaal in de atlas is erg groot. Voor de lol is het gat in de afgebeelde atlas gemeten met als resultaat ruim 3 cm in diameter. De gebruikte botten voor dit artikel zijn van een kleine pony, met de grootte van een muildier, dus het gat in een atlas van een paard is nog een stuk groter.

C2: Axis

Cervicale wervelkolom paard_axis_C2

Ook de tweede cervicale wervel is bijzonder genoeg voor een eigen naam: axis. Het is de langste wervel en heeft een grote, sterke dorsale processus spinosus (uitsteeksel aan de bovenkant dus).

Cervicale wervelkolom paard_atlas_axis   Cervicale wervelkolom paard_C1_C2

De axis heeft ook een uitsteeksel aan de voorkant. De “dens axis” (oftewel; tand) past in de uitholling van de atlas. Deze verbinding, tussen de atlas en de axis, wordt vast gehouden door meerdere ligamenten en is heel stevig. Zoals je je kunt voorstellen, als het los zou komen en het paard zou zijn hoofd schudden, dan zou de tand recht in het ruggenmerg prikken. Je zou denken dat, gefixeerd door alle ligamenten, er nauwelijks een flexie/extensie beweging mogelijk zou zijn, maar het hierboven genoemde onderzoek laat zien dat er toch nog 15° op en neer beweging mogelijk is tussen de atlas en axis. Wel is de zijwaartse beweging in dit gewricht minimaal. Bij de zijwaartse beweging werken C1 en C2 min of meer als een unit samen.

Cervicale wervelkolom paard_beweging atlas en axis   Cervicale wervelkolom paard_beweging C1 en C2

Natuurlijk is er ook een reden voor de specifieke naam van deze wervel. De atlas roteert namelijk op de axis. Dit is dè reden waarom het paard zijn hoofd kan draaien ten opzichte van de rest van de wervels in zijn hals (als wij die beweging zouden maken, dan schudden we “nee”, maar het is moeilijk om die beweging tussen mensen en paarden te vergelijken, omdat onze hoofden en nekken een verschillende oriëntatie hebben). Paarden hebben meer dan 110° rotatiebeweging tussen de atlas en axis. In vergelijking, de rest van de wervelkolom heeft minder dan 5° rotatie bij ieder gewricht.

Cervicale wervelkolom paard_axis wervelkanaal_foramen vertebrale

De diameter van het wervelkanaal in de axis is veel smaller. Aan het einde van C2 is het gat nog maar krap 2 cm in diameter. Wanneer je de wervelkolom afloopt wordt het wervelkanaal soms ruimer en soms smaller, afhankelijk van de dikte van het ruggenmerg. Er zijn delen waar de zenuwen naar de voor- en achterbenen ontspringen. Begrijpelijk dat daar het wervelkanaal ruimer is, dan op andere plaatsen.

Cervicale wervels 3 t/m 7

Cervicale wervelkolom paard_halswervels C2_C7 paard

Achter die twee speciale wervels, volgt de rest van de cervicale wervels, die een vergelijkbare structuur hebben. Hoe verder naar achteren, hoe korter ze worden. Ze hebben minimale processus spinosi (uitsteeksels aan de bovenkant) tot aan C6 en C7. En omdat hun processus articularis (die de facet gewrichtjes vormen) vrijwel horizontaal lopen, is er erg weinig rotatie mogelijk. De halswervels hebben veel vlakjes en holletjes voor aanhechting van de halsspieren, die over, langs en onder de halswervels lopen.

We weten dat de hals erg van vorm veranderd wanneer het hoofd wordt opgetild of naar de grond of helemaal zijwaarts wordt gebracht. Hoewel er weinig rotatie tussen de halswervels mogelijk is, is er heel veel flexie en extensie (buigen en stekken) mogelijk (tot 35° in sommige gewrichten) en zelfs nog meer zijwaartse beweging (meer dan 40° in sommige gewrichten). Met al deze bewegingsranges opgeteld, is het begrijpelijk dat een paard zich op zijn flank kan bijten of een wortel kan pakken die tussen zijn beide voorbenen wordt gehouden.

Cervicale wervelkolom paard_C7

De laatste cervicale (hals) wervel, C7, is verschillend van de wervels ervoor. Het heeft een grotere processus spinosus, die de lijn start van de schoft. Het heeft aan zijn achterzijde aan iedere zijde een vlakje, dat articuleert met de eerste rib aan beide zijden (de ribben zitten vóór de wervel waarmee hun nummer correspondeert. Rib nummer 1 bevindt zich tussen C7 en T1).

cervicale wervelkolom_cervicale wervels_ligamentum nuchae

Natuurlijk, zo plat op tafel is niet de normale configuratie van de hals. Bovenstaande foto laat veel realistischer de vorm van de cervicale wervelkolom zien. De wervels lopen naar beneden in de hals, met spieren erboven en het ligamentum nuchae daar weer boven.

cervicale wervelkolom_atlas_axis_ligamentum nuchae

Heb je het ligamentum nuchae van het vorige artikel nog in herinnering? Hierboven een foto met echte botten. Het ligamentum nuchae start op het os occipitale bovenaan de achterkant van de schedel en heeft geen directe aanhechting op de wervels tot T2 of T3. Oftewel, het loopt dicht over de atlas en axis, maar heeft geen directe verbinding. Er bevindt zich echter wel een slijmbeurs tussen de atlas en het ligamentum nuchae en soms is er ook een op de axis. Daarna is de ruimte tussen de wervels en het ligament zo groot dat er geen direct contact meer is (het lamellaire gedeelte verbindt de processus spinosi van de cervicale wervels. Zie het vorige artikel voor nadere uitleg).

Hoe beïnvloedt de hals nou de rug, waar we zo graag op gaan zitten? Het beïnvloedt niet direct, maar de spieren die langs de hals lopen, hebben een verbinding met de spieren die langs de rug lopen en op die manier beïnvloedt de hals wel degelijk de vorm en beweging van de rug. En de positie van het hoofd en de hals hebben een grote impact op het ligamentum supraspinale, dat over de rug loopt. We gaan hier verder op in in het volgende artikel, waarin de thoracale (borst) wervels centraal staan.

Bovenstaande is gebaseerd op een artikel gepubliceerd door Rod & Denise Nikkel, Western Saddle Fit, Canada. Het originele artikel vind je hier. Meer informatie over Rod & Denise lees je hier.