Nu je een indruk hebt van de anatomie van het voorbeen, zul je begrijpen dat – omdat er geen benige verbinding is – het schouderblad (in het Latijns “scapula”) naar voren en achteren beweegt tegen de ribbenkast. En dat het, door de sterke spierverbindingen, een beperkte bewegingsvrijheid heeft.
Het schouderblad kan (een beetje) kantelen. Tijdens het naar voren strekken van het voorbeen, kantelt de bovenkant van het schouderblad wat naar binnen en de onderkant wat naar buiten. En we weten dat het draait tijdens beweging, waarbij de onderkant naar voren en omhoog gaat en de achterste hoek van de bovenkant naar achteren en een beetje naar beneden beweegt.
Het tegenovergestelde doet zich voor wanneer het been zo ver mogelijk naar achteren wordt geplaatst. De bovenkant van het schouderblad kantelt wat naar buiten en de onderkant wat naar binnen. De onderkant draait naar achteren en beneden en de achterste hoek van de bovenkant gaat naar voren en een beetje omhoog.
De draaiing vindt plaats omdat de belangrijkste spierverbindingen zich niet bovenaan de schouderblad bevinden, maar zich in hoofdzaak over het bovenste derde deel verspreiden.
Hoe veel en hoe ver beweegt het schouderblad?
Hoe ver het schouderblad beweegt, is sterk afhankelijk van de bouw van het paard en hoe hij zijn been in beweging gebruikt. Waarom is hier geen eenduidig antwoord, uit onderzoek, op te geven? Onderzoek naar beweging wordt tot nu toe voornamelijk gedaan door markeringen op de huid te plaatsen boven botten, die niet ten opzichte van de huid bewegen, en vervolgens wordt de verandering in positie van de markeringen geëvalueerd wanneer het paard beweegt. Omdat het schouderblad beweegt, niet alleen ten opzichte van de ribbenkast, maar ook ten opzichte van de huid, kunnen onderzoekers deze methode in dit geval niet gebruiken. En tot op heden hebben ze nog geen andere manier gevonden om scapulaire bewegingen te testen – tenminste, voor zover bekend. Dit betekent dat hoe het schouderblad echt beweegt, ten opzichte van de rest van het lichaam tijdens de verschillende gangen, nog niet geheel ontrafeld is.
Test het zelf
Het is een leuke oefening om naast je paard te lopen en het schouderblad tijdens het lopen te voelen. Je merkt tijdens iedere stap de kleine bewegingen in allerlei richtingen. Je voelt de scapula onder je hand bewegen omdat je hand op dezelfde plek op de huid blijft en het schouderblad zich eronder door beweegt. Je kunt eenvoudig je vingers op de spina scapula leggen en voelen hoe die beweegt. Maar het belangrijkste, om correct een zadel te passen, is wat de achterste hoek van het schouderblad doet.
Hoe beweegt de achterste hoek van het schouderblad?
Je kunt de “achterkant van het schouderblad” voelen, waarbij je je dient te realiseren dat je niet het eigenlijke bot of kraakbeen voelt, maar de spieren die er overheen liggen. Op deze foto is kalk gebruikt om de positie van de achterkant van het schouderblad te markeren op het moment dat het paard vierkant stond. Toen is het paard gaan stappen. Met een vinger op die krijtlijn en een paar vingers daar achter, was goed te voelen hoe ver het schouderblad naar achteren bewoog tijdens de beweging. Dat is waar het eerste stuk tape achter de krijtlijn is geplaatst. Toen werd hetzelfde gedaan maar dan om te voelen tot hoever de achterkant van het schouderblad naar voren zou bewegen tijdens de stap. Dit is gemarkeerd door het stukje tape vóór de kalklijn. De variatie op dit paard tijdens de stap is ongeveer 3,5 cm. Naar verwachting is deze afstand wat groter bij snellere gangen, maar dat is slechts een aanname, omdat dit moeilijk te voelen is.
Hoe zit het dan met “strek het been”, dat je mensen ziet doen?
We hebben dit gezien tijdens een demonstratie van een “normale scapulaire beweging” en daardoor rees deze vraag. Dus hebben we het been van dit paard naar voren opgetild, zodat de onderarm (tussen knie en elleboog) net horizontaal was met de grond. Het derde stukje tape aan de rechterkant, op zo’n 7 cm van de kalklijn, was het resultaat. Als we het been nog verder hadden laten strekken, was het stukje tape zeker nog wat verder naar achteren geplakt. Oftewel het effect op de beweging van het schouderblad, wanneer iemand het been strekt, is heel anders dan hoe het paard zelf zijn been beweegt als hij een stap zet. Door op deze manier handmatig het been naar voren te strekken, is waarschijnlijk bijna de maximale rotatie van het schouderblad gecreëerd – een beweging die in het echte leven waarschijnlijk niet plaatsvindt, althans niet tijdens normale bewegingen. Dus, mocht je een demonstratie zien, waarin ze laten zien dat het schouderblad tot zo’n 10 cm naar achteren kan bewegen, ben je er dan van bewust dat wat je ziet waarschijnlijk niet is wat er feitelijk gebeurt als het paard zelf vrij beweegt.
En hoe beïnvloedt dit alles de pasvorm van het zadel?
Dat is het onderwerp van het volgende artikel…
Bovenstaande is gebaseerd op een artikel gepubliceerd door Rod & Denise Nikkel, Western Saddle Fit, Canada. Het originele artikel vind je hier. Meer informatie over Rod & Denise lees je hier.