Achterbeen van het paard – deel I

Achterbeen van het paard_links en rechts

De botten onder de sprong zijn vergelijkbaar (maar niet identiek) met de botten onder de knie van het voorbeen, maar de botten vanaf de sprong naar boven zijn heel verschillend tussen de voor- en achterbenen.

Achterbeen van het paard_botten

Kijkend naar de “kale botten” is het makkelijk om aan te wijzen waar de gewrichten en individuele botten zitten in het achterbeen van het paard.

Plaatsing “in” het achterbeen van het paard

Achterbeen van het paard_botten en gewrichten

Kijkend naar een levend paard wordt het een stuk moeilijker. Het kniegewricht (stifle joint), vergelijkbaar met onze knie, bevindt zich ter hoogte van de flank. En het femur, ons dijbeen, is verborgen in de achterhand. Het heupgewricht (hip joint) zit een stuk lager dan je zou denken, en wat het “punt van de heup” (point of hip) wordt genoemd, is eigenlijk een deel van het bekken, ver naar voren en veel hoger dan het heupgewricht.

Stevige verbinding via het heupgewricht

Achterbeen van het paard_heup

Terwijl het voorbeen door spierweefsel aan het lichaam wordt bevestigd, heeft het achterbeen een stevige verbinding via het dijbeen met het bekken; het heupgewricht. Dit is een kogelgewricht waarbij de kop van het dijbeen bevestigd wordt aan de binnenkant van de kom door een zeer sterk, kort ligament. Het gewrichtskapsel hecht zich ook helemaal rond het gewricht en spieren, pezen en andere ligamenten helpen de dingen daar strak op hun plaats te houden. Het daadwerkelijke gewricht bevindt zich redelijk diep in het paard, dus wanneer een ​​heup is ontwricht betekent het dat er VEEL schade is.

Heupkom

Achterbeen van het paard_bekken

De “kom” van het bekken is solide aan de bovenkant, voorkant en achterkant, dus mechanisch helpt het echt om de kop van het dijbeen op zijn plaats te houden wanneer het achterbeen de grond raakt. Het zeer sterke korte ligament hecht bovenaan de ondersteboven V in de “kom”. Dit bekken is van een kleine muilezel, dus een groot paardenbekken zou een stuk groter zijn in vergelijking met de hand, die het bekken op deze foto vasthoudt.

Dijbeen en heupkop

Achterbeen van het paard_kop dijbeen

Deze foto bekijkt het linker dijbeen vanaf de voorkant. De “kop”, officieel de kop van het dijbeen, bevindt zich niet bovenaan het bot. In plaats daarvan projecteert het zijwaarts op de nek van het dijbeen in de richting van het bekken. Aan de buiten-/bovenkant van het femur bevinden zich een aantal grote knobbels die samen de “grote trochanter” vormen. Alle knobbels en bobbels op botten zitten daar met een reden. Het zijn aanhechtingsplaatsen voor spieren, meestal via hun pezen, of ligamenten, die bot-en-bot met elkaar verbinden. Heel vaak, hoe groter de knobbel of bobbel, hoe groter de spier die daar aanhecht. Dit zijn grote knobbels!

Belangrijk aanhechtingspunt voor spieren

Achterbeen van het paard_ femur en trochanter

Als je er vanaf de mediale zijde naar kijkt (vanuit het midden van het paard), zie je twee belangrijke dingen. De ene is de ondersteboven V op de “kop”, waar het zeer sterke korte ligament zich vasthecht, dat de kop van het dijbeen met het bekken verbindt. Het tweede is dat de grote trochanter boven de kop van het dijbeen uitkomt. Het steekt dus uit boven het heupgewricht. Dit betekent dat alles wat aan dit deel van het bot trekt de rest van het bot zal roteren in de tegenovergestelde richting met de kop van het dijbeen als draaipunt. En als je iets over hefbomen weet, zou je kunnen denken dat dit waarschijnlijk een zeer belangrijke knobbel is in termen van beweging van het achterbeen. En je hebt gelijk. Maar hier gaan we nader op in wanneer we uiteindelijk de spieren van de achterbenen bespreken.

We zakken nu eerst af naar de botten die lager in het achterbeen van het paard zitten in het volgende artikel.

Bovenstaande is gebaseerd op een artikel gepubliceerd door Rod & Denise Nikkel, Western Saddle Fit, Canada. Het originele artikel vind je hier. Meer informatie over Rod & Denise lees je hier.