We hebben inmiddels wel de hele wervelkolom besproken, maar dat wat daar direct aan vast zit, miste nog; de ribbenkast. Dus, daar gaan we…
De ribbenkast (ook wel thorax of borstkas genoemd) wordt gevormd door de ribben, de thoracale wervels en het borstbeen. In de borstholte, die omsloten wordt door de ribbenkast, liggen de longen en het hart.
Aangezien de ribbenkast het zadel draagt, is de manier waarop de ribbenkast is gevormd en beweegt van groot belang voor de manier waarop een zadel op het paard past en inwerkt.
Het is belangrijk om te weten dat een paard 18 paar ribben heeft, wat veel is in vergelijking met andere dieren. Varkens hebben er 14 tot 15. Koeien, schapen, geiten, katten en honden hebben allemaal 13 paar ribben. Mensen hebben er maar 12. Het paard heeft dus naar verhouding een lange ribbenkast, perfect om een zadel te ondersteunen. Zouden ze dan toch “ontworpen” zijn om bereden te worden?!
Anatomie van de rib
De anatomie van een rib is vrij eenvoudig. Het bestaat voornamelijk uit een lange boog, dat het ‘lichaam’ (corpus) van de rib wordt genoemd. Bovenaan zitten het kopje (head) en een knobbeltje (tubercle) die beide aan de wervelkolom hechten. Aan de onderkant verbindt de rib zich via kraakbeen met het borstbeen. De rib maakt verbinding met het kraakbeen via de costo-chondrale verbinding (hierboven in het plaatje de costo-chondral junction). Costo is de rib en chondraal staat voor kraakbeen. Dus de costo-chondrale verbinding is waar het bot van de rib zich aan het kraakbeen hecht, dat de ribben uiteindelijk allemaal aan de onderkant verbindt. Het kraakbeen van de eerste paar ribben is veel korter, dikker en zwaarder, en daarom minder flexibel, dan het kraakbeen van de ribben verder naar achteren.
Aanhechting van de ribben aan de wervelkolom
De ribben hechten op twee plaatsen aan de wervelkolom. De kop van de rib sluit aan op de verbinding tussen twee wervels, terwijl het knobbeltje hogerop een gewrichtje vormt met de processus transversus van één wervel. De processus transversi van de thoracale wervels zijn beperkt van omvang, zoals we eerder zagen. Dus, ook al vormen de rib-wervelverbindingen beweegbare gewrichten, met de twee verbindingen zo dicht bij elkaar is het een behoorlijk stevig aaneen gesloten geheel daar aan de bovenkant.
Het is belangrijk om te onthouden dat zowel het kopje als het knobbeltje van de rib verborgen liggen onder centimeters dikke spieren. Je kunt de ribben niet voelen totdat ze onder al die spieren vandaan komen. Wat je dan voelt is een deel van het lichaam van de rib.
Kijkend naar de plaatjes hierboven, wordt direct duidelijk dat een zadel dus nooit direct op de kopjes van de ribben kan liggen, want die zijn goed beschermd door lagen spieren.
Vorm van de ribben en de ribbenkast
Het lichaam van de ribben varieert behoorlijk in lengte, breedte en de mate van kromming, afhankelijk van waar ze in de ribbenkast liggen.
In de lengte is de eerste rib het kortst. Daarna worden ze langer tot ongeveer de tiende of elfde rib en daarna worden ze weer korter totdat de laatste rib ongeveer de lengte van de tweede heeft.
Wat de vorm betreft, de eerste rib is vrij recht, maar de kromming neemt snel toe van de tweede tot de zevende rib, daarna blijft die vorm behouden tot de zestiende of zo, en dan neemt de kromming weer af bij de laatste paar. (1)
Ze veranderen ook hun hoek ten opzichte van de grond. De eerste rib leunt een beetje naar voren. De tweede staat behoorlijk verticaal en daarna hellen ze steeds meer achterover. Als je het lichaam van het paard dwars zou doorsnijden, dan ligt het einde van de laatste rib meestal op de hoogte van L3.
De vorm van de ribben zelf, hoe gebogen ze zijn en hoe ze aanhechten op de wervelkolom, bepaalt de vorm van de ribbenkast. Professionele anatomische tekeningen, zoals beide hierboven, zijn meestal gemaakt aan de hand van echte dieren. Kijkend naar het verschil in vorm van de ribbenkast geeft een goed idee van het scala aan vormen en kromming.
Effect van de vorm van de ribbenkast op de pasvorm van het zadel
Vergeet niet dat we het zadel niet direct op de ribben leggen. Het rust op de spieren die zich boven de ribben bevinden. De botten fungeren als de basis voor de spieren, dus de vorm van de ribbenkast onder de spieren beïnvloedt natuurlijk wel de specificaties van de boom. De breedte van de ribbenkast is een van de factoren die de breedte van de kamer bepaalt. De breedte van het kopijzer wordt bepaald door de vorm van de ribbenkast en de musculatuur erboven. De ribben op de laatste foto, waar de ribben redelijk breed uitkomen voordat ze naar beneden afbuigen, hebben een wijder kopijzer nodig voor een goede pasvorm. Op de foto daarboven buigen de ribben relatief snel naar beneden. Een smaller kopijzer zal naar verwachting nodig zijn voor het zadel om dit paard goed te passen, natuurlijk wel afhankelijk van het spiervolume.
Wat gebeurt er onderaan de ribben?
De eerste acht ribben zijn rechtstreeks stevig aan het borstbeen bevestigd door hun ribkraakbeen. Daardoor hebben deze ribben niet de bewegingsvrijheid, die de anderen hebben. De laatste negen of tien ribben hebben hun kraakbeen aan elkaar bevestigd in een boog, de ribboog. De ribboog is nauw verbonden met het kraakbeen van de achtste rib en dus met het borstbeen. Bij de meeste dieren (incl. mensen) zijn er aan het einde vaak een of twee ribben die niet door kraakbeen met de anderen zijn verbonden en deze worden “zwevende ribben” genoemd. Hoewel ze blijkbaar ook bij paarden kunnen voorkomen, blijkt dat dit niet gangbaar is.
Je kunt de ribboog bij een paard zien wanneer hij heel diep ademhaalt of (te) dun is. En, je kunt het vrij gemakkelijk voelen bij de meeste paarden, vooral aan de achterkant-bovenkant, vanaf de laatste rib en dan naar beneden.
Borstbeen
Het borstbeen zelf is interessant. We hebben de neiging om te denken dat het “borstbeen” één bot is, maar in werkelijkheid is het als de ruggengraat – een verzameling afzonderlijke botten (zeven in totaal) die sternebrae genoemd worden. Ze zijn allemaal verbonden door kraakbeen zonder gewrichten ertussen. En terwijl sommige verbindingen al op jonge leeftijd fuseren, verbenen sommige andere nooit helemaal, zelfs niet op hoge leeftijd. Dus, hoewel het borstbeen solide is – zonder gewrichten – is het ook niet helemaal hard bot en kan veel druk, zoals van een super strakke singel, het dus wel beïnvloeden, zeker bij een jong paard. De vorm en waar het zich met de ribben verbindt, is het benige deel van wat de onderborst vormt.
Hoe de vorm van de ribbenkast de singelpositie beïnvloedt
De singel zal altijd naar dat deel van het paard gaan met de kleinste omtrek. De onderborst van het paard en de vorm van de zijkant van de ribbenkast zijn twee componenten die bepalen waar die kleinste omtrek ligt.
Als de onderborst van het paard redelijk vlak is, heeft de singel geen reden om te bewegen en zal het waarschijnlijk blijven liggen waar het gepositioneerd wordt.
Wanneer de onderborst naar de voorbenen helt, zal de singel naar voren bewegen.
Indien het naar achteren helt, heeft de singel de neiging om naar achteren te kruipen.
Als het paard een zeer ronde buik heeft, is de smalste plaats aan de voorkant, dus de singel zal de neiging hebben om naar voren te gaan. Deze conformatie gecombineerd met een onderborst die naar voren helt, kan ertoe leiden dat de singel heel dicht achter de elleboog komt te liggen, waardoor mogelijk singelplekken kunnen ontstaan.
Bij paarden met een vlakkere zijkant, zal de singel niet zo gemakkelijk naar voren bewegen.
Het is wel heel belangrijk om te onthouden dat de singelpositie niet bepalend is voor de zadelpositie! De zadelpositie wordt bepaald door waar de vorm van de boom overeenkomt met de vorm van de rug van het paard. En die “match”, dat is echt belangrijk!
Uit bovenstaande blijkt wel dat de vorm van de ribbenkast erg belangrijk is voor hoe het zadel op het paard past en inwerkt. Maar de ribbenkast beweegt ook en dat gaan we bespreken in het volgende artikel.
(1) Veel van de anatomie informatie in dit artikel, evenals in een aantal vorige artikelen, komt uit “Sisson and Grossman’s, The Anatomy of the Domestic Animals”, Robert Getty editor 5th ed.
Bovenstaande is gebaseerd op een artikel gepubliceerd door Rod & Denise Nikkel, Western Saddle Fit, Canada. Het originele artikel vind je hier. Voor meer informatie over Rod & Denise kun je hier verder lezen.